maandag 2 juli 2012

Onuitgepakt

En nog steeds staat er die koffer op m'n kamer. Die extra koffer waarover ik in m'n laatste logje over onze Israël-reis schreef.

Die koffer die zomaar, ongevraagd, mee terug is gereisd en boordevol indrukken en vragen zit. Soms maak ik 'm even open om naar die vragen te kijken. Maar zolang er geen antwoorden zijn berg ik ze maar weer op... En toch... Ik zal er iets mee moeten met die vragen. Ze kunnen niet voor altijd in die koffer blijven zitten.
Soms, als ik met zo'n vraag in m'n handen zit, of kijk naar de foto's, is er opeens weer die weg, van Jericho naar Jeruzalem of omgekeerd, waarbij je langs een bord komt dat verwijst naar de herberg van de Samaritaan. En dan weet ik het weer: de vraag is niet: wie is mijn naaste, maar de vraag is: voor wie kan ik de naaste zijn?! En tegelijkertijd denk ik dan: ook die mensen daar, de Palestijnen en met name de Palestijnse Christenen zijn mijn naasten, zij staan mij meer dan na dan heel veel Joden... Maar hoe kan ik voor hen de naaste zijn? Ja, door hier te vertellen hoe het hen vergaat, hoe zwaar ze het hebben, en hoe hun land al vanaf 1967 bezet is... Want je zult maar Palestijn en christen zijn... Het herinnert me weer aan het verhaal van Cedar Duaybis, rechts op de foto...

Zij vertelde ons: hoe zij als kind bij het ontstaan van de staat Israël in 1948 moest vluchten uit Haifa. Zij werd vluchteling, samen met haar familieleden, in eigen land. En nog altijd herinnert ze zich de pijn, het verlies van hun huis, van materiële zaken, van zekerheid, van identiteit. Maar vooral herinnert zij zich hoe ze met vele geloofsvragen worstelde.
Westerse christenen kwamen op bezoek in Israël en vertelden haar dat ze moest accepteren dat God het volk Israël had uitverkoren en dat het land aan de Joden toebehoorde. Hoe kon dit? Betekende dit dat Palestijnse christenen tweederangs burgers waren geworden in het koninkrijk van God? Betekende dit dat God koos voor het Joodse volk, ten koste van het Palestijnse volk? Betekende dit dat er in Christus wél Jood en Griek, (en Palestijn, en Nederlander) is? Is God dan wel te vertrouwen?
Wat is ons antwoord daarop? Het geeft me het gevoel dat Nederlandse christenen met zulke uitspraken de Palestijnen laten betalen voor hun eigen schuldgevoelens over wat er in de oorlog met de Joden gebeurd is... Zonder blikken of blozen laten ze de Palestijnen het kind van de rekening worden...
En in gedachten zie ik dat kleine Palestijnse meisje van toen en tegelijkertijd zie ik dan beelden voor me van de uitzinnige vreugde van de Nederlanders toen hun land na 5 jaar bezetting bevrijd werd,
terwijl hun land al 60/45 jaar bezet is!!En dan zie ik deze kinderen weer, angstig naar buiten kijkend of kijkend over een muurtje naar de weg waar ze niet op mogen komen omdat die alleen voor Joden is... 


Stel je nou eens voor, dacht ik vanmiddag, dat toen, in '40-'45, de mensen hier allemaal weggejaagd waren en er Duitsers in hun huizen waren gaan wonen. En dat dat altijd zo gebleven was, langs de hele kust, met wegen er naartoe die alleen door Duitsers bereden mogen worden... Want doet Israël dat in de bezette gebieden...
Zij, de Duitsers, lekker genietend van zon, zand en zee..., en de vroegere bewoners ergens in kampen...  Dat bracht me terug naar m'n kinderjaren en naar de vakanties op Schiermonnikoog, en naar de heibel die er daar op het strand was om een kuil die door een Duitser geclaimd werd als zíjn kuil... Ik hoor nog de scheldpartijen. Want o wat zaten we nog vol met haat en wrok en wraak gevoelens. 't Idee alleen al dat een Duitser durfde beweren dat die kuil zijn kuil was...
En daardoor was ik even later weer terug in het vluchtelingen kamp Aida, en bij de negen meter hoge muur..., zag weer de smalle straatjes waar nauwelijks daglicht binnenkomt..., en hoorde Marco Borsato weer vertellen over dat andere kamp, één vierkante kilometer groot, waar 80.000 gevluchte Palestijnen wonen... Ik zag het voor me en rook het... Zoals ik het ook in kamp Aida zag en rook.


Is het dan gek, ook al keur ik het voor 1000 % af, dat ze met stenen gaan gooien of een bomgordel omdoen...?  Wij kwamen toch ook in verzet?!
En als ik dan lees dat er inmiddels al 500.000 Joodse kolonisten wonen, in illegaal gebouwde nederzettingen, op grond die van de Palestijnen is, of in huizen die van de Palestijnen zijn dan krijg ik de neiging die koffer maar dicht te doen en dicht te laten. Dat is toch om moedeloos van te worden? Maar meteen zie ik dan weer de weg naar Daoud, geblokkeerd, omdat ze hem er weg willen hebben en op zijn heuvel een illegale nederzetting willen bouwen, net als op de heuvels rondom hem...,

dan weet ik het weer: die koffer kán niet dicht, nu niet en misschien wel nooit niet... Dus ga maar weer lezen over dit ogenschijnlijk zo onoplosbare conflict. En lees wat, heel lang geleden Martin Buber (een Joods theoloog en filosoof) al zei en schreef:
"Als wij (volgelingen van het profetisch Jodendom) terugkeerden naar Palestina... verkoos de meerderheid van het Joodse volk niet van ons te leren, maar van Hitler."
(2 juni 1958)
"We moeten de werkelijkheid onder ogen zien dat Israël niet onschuldig en niet verlossend is. Tijdens de oprichting en uitbreiding van Israël, hebben wij als Joden datgene veroorzaakt waaronder we zelf hebben geleden: een volk op de vlucht in de diaspora". (Als hij in maart 1949 aan eerste Minister Ben Goerion vragen stelt over het morele karakter van de staat Israël, met verwijzing naar de Arabische vluchtelingen).



Toen al! Toen al waren er mensen die er moeite mee hadden en er vragen over stelden. Terwijl het sindsdien alleen maar erger is geworden. En steeds weer denk ik, en dacht ik toen we daar waren: hoe is het mogelijk dat mensen die zelf zo geleden hebben nu anderen zó laten lijden...

Voor het eerst, in m'n leven, heb ik dit jaar de dodenherdenking op 4 mei aan me voorbij laten gaan. De televisie stond wel aan, en ergens hoorde en zag ik het wel, maar m'n ergernis aan wat er aan vooraf was gegaan, het verbieden van dat gedicht en het gedoe in Bronckhorst/Vorden en alles wat ik gezien en gehoord had tijdens onze reis riepen zo'n weerstand bij me op dat ik het niet kon opbrengen. Maar ook schrok van mezelf, toen ik mezelf hoorde denken: waar gaat dit om en over? Gaat het om een dodenherdenking of om een jodenherdenking. Dat wil ik helemaal niet denken... Maar 't gebeurde gewoon. En nog meer dan daarvoor begreep ik hoe wáár dat verboden gedicht van die scholier was, dat het gaat om keuzes maken! Goede of verkeerde. En meer dan ooit besefte ik: wie zijn wij om te oordelen over de mensen van toen en over de mensen van nu en hun keuzes. Zelf hebben we nog nooit voor die keuzes gestaan, en moeten het, als het ooit weer zover zou komen, eerst nog maar eens bewijzen dat wij de goede keuzes zullen maken...
En luisterend naar diegenen die roepen: Ja maar... het is hun eigen schuld, waar ze dan de Palestijnen mee bedoelen, denk ik: het gaat allang niet meer over wiens schuld het is, en over fouten die gemaakt zijn in het verleden. Daar kan ik niks meer aan veranderen, daar kan niemand meer iets aan veranderen. Maar waar het wel om gaat, nu is: Het gaat om onrecht, aan beide kanten, en om slachtoffers aan beide kanten. Maar dan wel met dit verschil: Israël heeft het geld, de wapens en de macht...
En daarmee ben ik dan weer terug bij die vraag van Jezus: wie was zijn naaste? En de daaruit voor mij voortvloeiende vraag: voor wie kan ik de naaste zijn? Een vraag die ik zo nu en dan uit die koffer haal, om 'm er vervolgens weer in te stoppen...

zondag 1 juli 2012

Verslag dag 12

Net als ik een beetje slaap schrik ik wakker door m'n eigen telefoon die ik, voor alle zekerheid, op wekken heb gezet.
Gelukkig maar, want al gauw blijkt dat de huistelefoon niet goed op de haak ligt, dus daar zouden we niet wakker door geworden zijn...
Vlug 'aankleden', het laatste in de koffers, nog even iets eten en drinken en dan op weg naar Tel Aviv. Weer rijden we door een nachtelijk Israël. Gelukkig wordt er niet moeilijk gedaan bij de checkpoint in de muur om Bethlehem en na een voorspoedige reis komen we aan op het vliegveld Ben Goerion.

Daar gaat het allemaal iets minder voorspoedig dan we zouden willen...
Nadat de koffers door de scanner zijn gegaan is er veel gedoe! Zeker zes van onze groep moeten de koffer open maken en worden extra gecontroleerd. En ook bij de paspoort contrôle worden er vervelende vragen gesteld. zoals: waar ben je geweest, met wie heb je gesproken, met wie heb je contact gehad, heb je geld of spullen aangenomen, wat kwam je hier doen? Gelukkig zijn we goed geïnstrueerd en hebben we allemaal dezelfde antwoorden: we hebben de heilige plaatsen bezocht...


En dan begint het wachten...
Tot we aan boord kunnen en  wegvliegen. Als we aan boord gaan en opstijgen is het nog donker op het vliegveld...

Maar meteen daarna zien we, nog tijdens het stijgen, de zon opkomen. Een prachtig gezicht...
en daarna is er lange tijd alleen maar een wolkendek. Tot we bij Kiev aankomen... Daar zien we de zon weer.


We stappen uit, en stappen weer in. Maar daar ben ik de klos en wordt m'n rugzak leeggehaald... Uiteindelijk vanwege de Aspivinin, die ze daar niet kennen. Veel boze blikken, veel gedoe, maar als Arnold het zeer beeldend heeft uitgelegd wat je daarmee doet, mag ik gaan... En dan vliegen we weer... Op naar Amsterdam, op naar huis. Soms willen m'n ogen dichtvallen, maar van slapen komt niks...

En dan, bijna drie uur later, is daar ons eigen vlakke landje weer, waar tijdens onze afwezigheid het kabinet gevallen is, maar dat er desondanks nog hetzelfde uitziet: koud en nat!



Geland!

En dan begin het wachten op de koffer van Ingrid en Willem, die er uiteindelijk niet blijkt te zijn...

Maar wat wel meegekomen is, is een koffer vol vragen! Vragen over alles wat we hebben gezien, gehoord en meegemaakt. Bij Sabeel zeggen ze: kom en zie. Wij hebben dat gedaan. Maar hoe nu verder? En nu, twee weken later zijn die vragen er nog. Vragen, waar niemand een antwoord op lijkt te hebben.
En dan merk je dat er mensen zijn, christenen, die gewoon blindelings achter Israël staan en alles wegwuiven als het gaat om de Palestijnen. Die, net als Golda Meir lang geleden, gewoon ontkennen dat er er ook Palestijnen daar woonden en wonen... Die gewoon alleen maar vasthouden aan: Israël is ooit door God beloofd aan de Joden. Te beginnen bij Adam en later aan Abraham. Alsof Abraham een Jood was en geen Irakese Arabier... Het is hun beloofde land en zij zijn Gods uitverkoren volk... Ik denk dan meteen: als dat zo is dan is dat een adeldom die verplicht! En als die belofte dan nog geldt, gelden dan ook niet de wetten van Mozes die hen vertellen hoe ze moeten omgaan met de vreemdelingen binnen hun poorten? En zijn die vreemdelingen wel echte vreemdelingen?
En dan zijn er de mensen die  niets willen weten over de woorden van Jezus: nooit groeie aan u meer enige vrucht... Dat is eng, dat is griezelig, die woorden en ze geven nooit en te nimmer iemand ook maar het recht hen een haar te krenken. Maar ze staan er wel, die woorden...
En mensen die doen alsof alle Joden over de hele wereld nog steeds recht hebben op... Die er alles aan willen doen om al die Joden naar Israël te laten emigreren. Ook die mensen die dat nooit uit zichzelf zouden doen. En altijd weer duikt de Tweede Wereldoorlog op als argument dat hen het recht zou geven...
En weer anderen zeggen: dankzij die akelige muur zijn er wel al heel lang geen aanslagen meer... En zolang er nog mensen zijn die Israël de zee in willen drijven... Is het één niet het gevolg van het andere, en roept het ene niet het andere op?
Maar de Palestijnen dan, die er al eeuwen en generaties lang leefden? Wiens lijden we nu van zo dichtbij gezien hebben. Zeker is in ieder geval, zoals Trudy me schreef: er zijn bij het uitroepen van de Joodse staat door Engeland en de VN gigantische fouten gemaakt, die blijkbaar nooit meer terug te draaien zijn...
Ik weet het niet. En dus staat die koffer vol vragen hier... Soms pak ik er iets uit, maar merk dat ik het niet kan opruimen... Dan kijk ik er naar, zoals naar die kaartjes die ik kreeg van al die mensen daar die proberen om samen sterk te zijn:
Mensen die m'n hart hebben gestolen, waardoor stukjes ervan voor altijd daar zullen blijven.
Of ik kijk naar die kaarten, die veel meer zeggen dan woorden ooit kunnen zeggen:

Err is tijd voor nodig, denk ik. Veel tijd om het allemaal een beetje te laten bezinken... Tijd die er tot nu toe nog niet was. Want door de foto's het verslag was ik nog steeds half daar en half hier...
Maar die tijd ga ik mezelf nu gunnen, door dit verslag af te sluiten en door er even afstand van te nemen. En door te gaan genieten van al het goede van de reis. Het land, de bijzondere dingen die we zagen, de heerlijke warmte, en niet te vergeten de mensen waar we mee reisden...Want dat zou je er bijna door vergeten, hoe leuk de groep was en hoe fijn de gesprekken waren... En hopelijk zien we elkaar gauw een keer terug, tijdens een reünie... En wie weet vinden we dan samen wel de antwoorden. Als die er zijn!
Meer foto's van de terugreis staan hier!

Verslag dag 11

Op deze laatste dag scheiden zich onze wegen.
Arnold gaat met de groep naar Jeruzalem, voor een kerkdienst en om daarna ieder voor zich er de dag door te brengen, en ik blijf met Ria achter. Met de bedoeling om nog wat te slapen en op ons gemakje te ontbijten en daarna nog even Bethlehem te bekijken...
Van dat uitslapen komt niks! Eerst worden we, zoals elke nacht, om kwart over vier wakker getoeterd voor het gebed van de minaret, die pal tegenover de kerk aan de andere kant van het pleintje staat. En deze keer duurt het gebed van kwart over vier tot kwart voor vijf...
Dat ontlokt me een paar lelijke gedachten...:-) En als ik vervolgens net weer een beetje begin weg te dommelen begint de kerkklok om vijf uur te luiden voor een wel hele vroege vroegmis.
En weer hoort God me brommen. Gelukkig dommel ik dan toch nog even voor we weer gewekt worden, tegen zeven uur. Nu door de telefoon, die ons vertelt dat Arnold moet opstaan om op tijd aan 't ontbijt te zijn voor ze naar de kerk gaan. En hoewel ik me voorneem om nog even te slapen lukt dat niet meer. Dus sta ik maar op en ga alvast m'n koffer inpakken. Daarna op m'n gemak douchen en aankleden en tegen negen uur ga ik naar de ontbijtzaal, waar Ria al zit. We ontbijten op ons gemakje, drinken nog een kop koffie en dan gaan we nog even wat rommelen op de kamer tot het weer koffietijd is...
Dan vinden we dat het tijd geworden is om nog even iets te gaan doen. Allereerst lopen we nog even naar de geboortekerk, kijken er even wat rond, maken er wat foto's, zoals als deze van Hieronymus.

Het verhaal gaat dat hij hier als kluizenaar in grot heeft geleefd en er de Vulgata schreef...
En weer staat er al een rij bezoekers die een glimp willen opvangen van de plek waar Jezus geboren zou zijn... Ik heb daar geen drie uur in de rij staan voor over! En in m'n hoofd speelt zich het filmpje weer af dat we met kerst in 't Journaal zagen... 't Idee alleen al!
Buiten is het prachtig weer, dus wandelen we op ons gemak over het pleintje, kijken in allerlei winkeltjes en doen hier een daar nog een aankoop. Mocht je ooit een mooie kerststal willen, dan moet je hier zijn... Maar 't mooie weer en de tijd van het jaar voorkomen, gelukkig, dat ik er eentje koop! :-)
En uiteindelijk zakken we neer op een terrasje waar we op ons gemak lunchen,
om vervolgens te ontdekken dat de dag is omgevlogen en dat de Jeruzalemgangers al bijna weer terugkomen... En omdat Ria nog even wil rusten voordat ze er weer zijn, lopen we terug naar het hotel, waar ik nog wat foto's van de kamer maak en van ons uitzicht... Omdat we hier vier nachten gelogeerd hebben is dit ons het meest vertrouwd geworden.

En terwijl wij het in Bethlehem op ons gemakje deden, ging de groep naar de kerk en wandelde Arnold met een paar mensen over de muren van de oude stad waar ze genoten van het prachtige uitzicht...



Als we weer compleet zijn eten we ons galgenmaal... Al gebied de eerlijkheid om te zeggen dat we ook 's nachts, voor we vertrekken, nog een maaltijd krijgen aangeboden...


En al gauw na het eten verdwijnt iedereen naar z'n kamer, om koffers te pakken en om nog een paar uurtjes te slapen, voor we om half één gewekt worden voor vertrek... Arnold slaapt al vrij snel, maar mij lukt het niet. Ik wandel een beetje heen en weer tussen onze kamer, de lobby, waar een koor zingt, en het terras.  Aan de ene kant wil ik wel weer naar huis, maar aan de andere kant ook niet... Pas tegen elven dommel ik toch nog even in...
Meer foto's van deze dag, van Bethlehem en Jeruzalem staan hier en hier.